woensdag 14 maart 2018

Over de bij gesproken

Terwijl ik het BEE-loved bijtje aan het haken was keek ik even op internet hoe de bij er precies uit ziet. Natuurlijk weet ik dat wel, okergeel met zwarte strepen, 6 poten, 2 voelsprieten, 2 vleugels herstel, 4 vleugels (H. Oude Essink (imker)  vertelde dat bijtjes 4 vleugels hebben. Ze haken ze in elkaar waardoor je maar 2 vleugels ziet) een angel die je als het meezit niet ziet. Wat ik niet wist is dat koningin ook moer genoemd wordt (wat ik een veel gezelligere naam vind) en dat de dar geboren wordt uit de niet bevruchte eitjes waarbij de moer afhankelijk van de omstandigheden bepaalt of er wel of geen darren geboren moeten worden en ook dat er getuut en gekwaakt wordt in een raat als communicatie tussen de eerstgeboren moer en de nog ongeboren moeren. Nou ja en nog veel meer.


Ik koester de bij. Om haar nut en noodzaak en omdat zij (het zijn voornamelijk de vrouwtjes waar het om draait) met uitsterven bedreigd wordt. Vorig jaar zomer bewaarde ik een dode bij, hommel en wesp buiten in een blikje. Best een vreemde 'hobby'  maar zoals een echte allesverzamelaar betaamt wel te verwachten. Maar zo vreemd blijkt het ook weer niet. Op zoek naar een leuk papiertje voor de kaartjes bij de BEE-loved bijtjes molesteerde ik dus een Flow for Paperlovers en daar kwam een hoop leuks uit waaronder een mooi ontwerpje om een lucifersdoosje mee te beplakken en zo een echte Insect Box te maken.


Omdat ik de goede maat doosjes niet had maakte ik die zelf (zoals je ziet nog niet beplakt). Toen ik buiten met enige terughoudendheid  (want opeens vind ik ze toch weer 'eng') in het blikje ging kijken bleken ze (gelukkig :) niet meer bruikbaar voor de doosjes en knipte ik een paar mooie plaatjes uit om erin te stoppen. Eigenlijk wel net zo leuk toch...